Ik kan me geen betere plek bedenken om de donkere winter door te komen dan het zwoele Afrika. Daarom vertrokken Olle en ik onlangs naar Hoedspruit, waar we zullen slapen midden in de natuur.
We komen aan bij een knusse houten lodge. Nieuwsgierig open ik de houten deuren. Over de stoelen hangen warme dekens en quilts want zelfs in het warme Afrika kunnen de nachten behoorlijk fris zijn. Opeens hoor ik in de verte de magische brul van een leeuw. ‘Hallo Afrika’ zeg ik hardop tegen mezelf.
We hebben afgesproken om met Paulo, een doorgewinterde gids met een grote modderige jeep. Ik gooi mijn tassen met al mijn spullen achterin en we vertrekken. Het droge landschap kleurt goud in de ochtendzon. Tot mijn verbazing zien we hoog in de bomen vogels met lange staarten en kleine aapjes, die me nieuwsgierig achtervolgen. ‘Hou je spullen in de gaten’ zegt Paulo ‘ze zijn brutaal.’




Het is al avond als we terugkomen in de lodge en ik in mijn pyama uitgeteld neerplof op bed. Ik word blij van de kleurige Afrikaanse prints op bed en de mooie badjassen die voor ons klaarhangen in de badkamer. ‘Waarom maar 3 nachten?’ denk ik.


De natuur was prachtig, maar stiekem genoot ik het allermeest van de lange avonden in onze lodge. Olle speelde zelfbedachte liedjes op de oude piano, terwijl ik de kaarsen in de kandelaars aanstak. Ik dekte de tafel met het winterservies dat ik in de kasten vond en schonk mezelf een kop thee in. Terwijl ik de knusse lodge rondkeek, dacht ik aan thuis en aan hoe we de feestdagen altijd met de hele familie doorbrengen. Ik bedacht me dat ik de winter nooit meer ga ontvluchten, maar juist extra groots ga vieren, waar ik ook ben.
Liefs van Pip

